Ik heb een perfect internet-idee. Is dat te beschermen?

23 mei 2017 • Dick van Lieshout
Je hebt een goed idee. Een idee waarmee je via internet geld denkt te kunnen verdienen. Dan is het belangrijk je je idee zo beschermt dat anderen er niet mee aan de haal gaan. Is dat te doen en hoe bescherm je zo’n perfect internet-idee dan?

Een internet idee

Stel, je hebt een keukenzaak en je wilt je websitebezoekers meer aan je binden. Je voegt aan je website een inspiratiepagina toe. Tientallen foto’s van keukens, apparatuur, enz. Die foto’s kan men dan op een Pinterest-achtige manier liken, bewaren, delen met vrienden en jou als leverancier voor leggen voor het ontwerp. Vaak betreft het bedrijfsconcepten die je online wilt gaan uitvoeren. Denk bijvoorbeeld ook aan het eerste online boekhoudpakket. 

Slecht nieuws: het is vaak niet te beschermen

Het inspiratie-idee voor de keukenzaak en het idee om een onlineboek houdprogramma te maken, zijn eigenlijk niet of heel lastig te beschermen. Toch zijn er wel wat mogelijkheden.

Beschermingsmogelijkheden

Ideeën zijn er in allerlei soorten en vormen. Of een idee te beschermen is, hangt af van de mate van uitwerking van het idee. Een abstract idee is niet te beschermen. Bescherming vereist een voldoende concreet idee.

Er zijn verschillende soorten bescherming mogelijk. Afhankelijk van wat het idee is, past de ene beschermingsoptie beter dan de andere.

1. Octrooien

Een octrooi (‘patent’) is bedoeld voor ideeën omtrent nieuwe producten, diensten en de (ingrijpende) verbetering van bestaande zaken. Deze ideeën worden ‘uitvindingen’ genoemd. Om een octrooi te verkrijgen, moet voldaan zijn aan drie vereisten:

  1. De uitvinding mag niet bestaan. Dat houdt in dat de uitvinding nergens ter wereld openbaar bekend mag zijn. Dat iemand ‘jouw’ uitvinding al jarenlang in zijn woonkamer voor privédoeleinden gebruikt, is niet erg: de uitvinding is dan niet openbaar bekend.
  2. Geen triviale variatie. Dat betekent dat het idee niet voor de hand mag liggen bij de gemiddelde vakman. Het idee moet voldoende innovatief zijn.
  3. Toepasbaarheid. Jouw uitvinding moet daadwerkelijk toepasbaar.

Als octrooihouder krijg je een monopolie op jouw uitvinding. Gedurende de looptijd van het octrooi kun je hiervoor licenties afgeven (die vaak veel geld opleveren). Het nadeel van een octrooi is dat de aanvraagprocedure tijdrovend en duur is.

2. Auteursrecht

Het auteursrecht wordt met name toegepast op concepten voor spellen, films, foto’s, boeken en andere creatieve ideeën. Het kan dus ook toegepast worden op websites e.d. Iemand zou wel jouw inspiratie-idee voor keukens kunnen gaan toepassen, maar hij mag de uitvoering dan niet kopiëren. Het auteursrecht omvat onder meer het recht te exploiteren, een vergoeding te ontvangen voor kopieën en het recht om op te komen tegen verminking en/of misvorming van jouw idee. Twee eisen zijn:

  1. Voldoende uitgewerkt idee. Er moeten concrete elementen in het idee zitten, waardoor het idee onderscheidend is van andere, soortgelijke ideeën.
  2. Eigen karakter. Het werk moet een eigen karakter hebben en mag geen nabootsing (geen ‘slaafs kopie’) zijn van reeds bestaand werk.
    Voldaan aan deze eisen? Dan heb je van rechtswege het auteursrecht. Dat houdt in dat je dit niet hoeft aan te vragen.

Conclusie

Internetideeën zijn dus moeilijk te beschermen. Voor concrete, technische, vernieuwende uitvindingen kun je een octrooi aanvragen. En als iemand je website of delen daarvan zo maar kopieert, heb je grote kans dat hij inbreuk maakt op het auteursrecht. Maar 100% bescherming is heel moeilijk. Moet je je nu heel veel zorgen maken?

Dus wat te doen?

Een concept of een idee (inspiratiepagina of online boekhouding) is makkelijk over te nemen. De uitvoering is echter niet te kopiëren. Daar zit een heel plan achter. Software, hardware, een plan van aanpak, enz. Je hoeft je dus niet meteen zorgen te maken. De beste bescherming is misschien wel innoveren. Je moet blijven doorontwikkelen en zo een voorsprong op de concurrentie blijven houden.

Praten over je idee? Opgelet!

Stel, jij bent boekhouder en je hebt hét idee bedacht: een online boekhoudpakket. Je stapt naar een softwarebureau om over je idee te praten. Zoals gezegd is alleen een concreet idee te beschermen. Zet het daarom op papier en laat je idee registeren.

Laat je idee registreren. Dat hoeft niet meer dan een paar honderd euro te kosten en kan bij:

Geheimhoudingsverklaring. Heb je je idee geregistreerd, dan kun je je gesprekspartner een geheimhoudingsverklaring laten tekenen; een non-disclosure-agreement.

Jij of het bureau? Door het auteursrecht wordt de ‘maker van het werk’ beschermt. Dat is dus degene die het werk maakt en niet jij als degene die het bedacht heeft. Laat je dus een idee in een softwareprogramma omzetten, dan geldt de programmeur of het softwarebedrijf als maker! Laat dan het auteursrecht overdragen. Dat moet je wél vastleggen in bijvoorbeeld de opdrachtovereenkomst: “Alle rechten van intellectuele eigendom op apparatuur en programmatuur ontwikkeld in het kader van deze overeenkomst, berusten bij de opdrachtgever.”


Zoso-Tip. Alleen voor een echte uitvinding kun je octrooi aanvragen. Voor de uitvoering van je internetidee is het auteursrecht van toepassing. Schrijf het idee uit, laat dit registeren bij de notaris of bij het BBIE en laat voordat je erover praat je gesprekspartner een geheimhoudingsverklaring tekenen.